Paarse galgordijnzwam

Er zijn nogal wat soorten binnen het geslacht Cortinarius. Schattingen lopen van 900 tot 2000 verschillende soorten. De herfst is het jaargetijde waarin we de paarse gordijnzwam (Cortinarius croceocaeruleus) zouden kunnen aantreffen. Hij houdt het meest van een ondergrond onder of nabij beukenbomen.

In Nederland is de paarse galgordijnzwam  een zeldzame verschijning, maar in het Waddengebied komt deze opvallende soort voor op Texel, Vlieland en Terschelling. Nu wil ik niet direct zeggen dat de Wadden geen onderdeel van Nederland zijn, maar het hoort toch bij de periferie van het land. Bewoners van de Randstad hebben soms het onbewuste gevoel dat het Waddengebied zover van hen verwijderd is, dat het bijna een deel van Scandinavië moet zijn.
[Foto: Hetty van Westrenen]
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Cortinatius, is afgeleid van het Latijnse woord cortina, wat 'gordijn' betekent. In het Engels hebben ze de Romeinse versie van het woord aangehouden met hun curtain. Het tweede deel, croceocaeruleus, is een combinatiewoord. Het eerste deel daarvan is afgeleid van het obscure oud-Griekse woord krokotos (κροκωτος) wat 'geelbruin' of 'oker' betekent en tevens de bron is van de woorden 'krokus' en 'krokodil'. Het tweede is van het Latijnse woord caelum, dat 'hemel' betekent. Samen zou dat dat iets van 'okerkleurige hemel' betekenen en de uiteindelijke kleur van de hoed beschrijven.

De paarse galgordijnzwam reikt tot zeven centimeter boven de ondergrond. De witte tot gelige steel wordt dunner naarmate hij dichter bij de hoed komt. De hoed van de paarse galgordijnzwam meet twee tot vijf centimeter in doorsnede. Hij begint zijn leven bolvorming en spreidt zichzelf dan later uit, vaak met een instulping (de tegenstelling van uitstulping) in het midden. De kleur van de hoed is eerst helder violet, maar verkleurt daarna langzaam vanuit het centrum naar okerkleurig. De hoed blijkt kleverig bij aanraking.

Kenners melden een sterke, onplezierige geur. Slachtoffers melden een bittere smaak. Handboeken melden een unknown edibility.

Dat deze prachtige en behoorlijk zeldzame soort ook op enkele Waddeneilanden is aangetroffen toont ook maar weer eens aan hoe uniek het hele gebied is. Het verdient bescherming, net als de mensen die er in (de eilanden) of aan (de kust) wonen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten