Knikkend kalkkopje

Het knikkend kalkkopje (Physarum album) is een redelijke zeldzaamheid in Nederland, maar al helemaal op de Waddeneilanden. Slechts op Texel en Ameland zijn de laatste jaren een tweetal waarnemingen gedaan. Nu moet ik toegeven dat het gebrek aan waarnemingen ook de schuld is van het knikkend kalkkopje zelf, want deze slijmzwam is slechts één tot anderhalve millimeter hoog. Deze soort is dus gemakkelijk over het hoofd te zien.
Het sporendoosje of sporangium (de meervoudsvorm is sporangia) is de structuur waarin sporen worden gevormd. Bij een reguliere zwam is dat natuurlijk de hoed, maar slijmzwammen hebben een andere oplossing bedacht. Zoals gemeld is het knikkend kalkkopje maximaal 1.5 millimeter hoog. De slijmzwam is rechtopstaand of ietwat geknikt, vandaar natuurlijk de naam. De kleur is wit tot grijswit of – bij afwezigheid van kalk in de bodem – regenboogkleurig als gevolg van de lichtinval.

Het steeltje is in de lengterichting gerimpeld en de bovenkant is doorschijnend en soms ondoorzichtig. Die kleur varieert van grijs, geelachtig, olijfkleurig of zelfs zwart.

Het plasmodium, waarmee deze slijmzwam zijn voedsel zoekt, is waterig wit of geelachtig grijs. Deze soort leeft saprotroof op het dode hout van naaldbomen.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Physarum, is afgeleid van het Oud-Grieks, waar phusallís (φυσαλλίς) 'blaas' betekende. De naam van dat orgaan is terug te herleiden tot phusṓ (φυσώ), wat '(op)blazen' heeft betekend. Het probeert de vorm van de kalkkopjes te beschrijven. Het tweede deel, album, is via het Latijnse woord albus ('wit') ook al afkomstig uit het Oud-Grieks, waar we alphós (ἀλφός) aantreffen. Het woord had de betekenis van 'witheid' en 'witte lepra'. Lepra (of melaatsheid) vormt namelijk witte vlekken op de huid.

Het knikkend kalkkopje is dus piepklein en dat vinden wetenschappers maar een vervelende eigenschap. De wetenschap is altijd op zoek naar antwoorden op problemen. Eén van die problemen is bijvoorbeeld dat mensen en dieren steeds meer resistent raken tegen alle vormen van antibiotica. Er zijn nu zelfs al bacteriën die zich zo gemuteerd hebben dat ze antibiotica lekker vinden. Zwammen en dus ook slijmzwammen lijken interessante onderwerpen te zijn om te onderzoeken of er wellicht een nieuw antibioticum in verbogen zit, maar het formaat van het knikkend kalkkopje maakt het lastig om voldoende onderzoeksmateriaal te vinden.

In Japan werkt een wetenschapper die kennelijk heel veel geduld heeft. Masami Ishibashi heeft lange tijd in zijn achtertuin slijmzwammen gezocht en verzameld. Toen hij eindelijk voldoende exemplaren bijeen had gesprokkeld heeft hij ze onderzocht[1].

Inderdaad vond hij nog onbekende stofjes in zijn slijmzwammen. De belangrijkste daarvan bleken een paar tyrosine-kinase inhibitory bisindoles te zijn. Een tyrosine kinase remmer is een medicijn dat soms wordt voorgeschreven als onderdeel van een behandeling tegen kanker. Het middel verhoogt de overlevingskans bij patiënten met chronische myeloïde leukemie (CML) behoorlijk. Ook kan het tegenwoordig voorgeschreven worden bij ziektebeelden als idiopathische pulmonale fibrose.

[1] Masami Ishibashi: Isolation of bioactive natural products from myxomycetes in Medical Chemistry - 2005

Geen opmerkingen:

Een reactie posten