Zwavelzwam

De (gewone) zwavelzwam (Laetiporus sulphureus) is een parasiet op loofbomen, waar op hij zich op wondplekken van levende bomen of dode stammen of stronken weet te vestigen. Zeer zelden durft hij het aan om op naaldbomen te vertoeven. Op de Wadden is hij een zeldzame verschijning.
[Foto:  Mikebishop21]

Van de zwavelzwammen bestaan vele nauw verwante soorten die niet of nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn. Sommige van deze soorten zijn eetbaar, terwijl anderen milde vergiftigingsverschijnselen zullen opleveren. De gewone zwavelzwam staat hier bekend als 'boskip' en in Engelstalige landen als chicken-of-the-woods, al menen anderen met enige culinaire poeha dat het vlees van deze paddenstoel meer smaakt naar krab of kreeft.

Het vruchtlichaam van de zwavelzwam bestaat uit zijdelings aan de boom gehechte hoeden. Een hoed kan behoorlijke afmetingen bereiken en een diameter van meer dan 40 centimeter is zeker niet ongewoon. Bekijk je hem van bovenaf dan is de vorm min of meer halfrond, terwijl hij smal is als je hem van de voorzijde bewondert. De kleur is felgeel, fletsgeel of geeloranje. De felgele kleur is ook die van zwavel. Vandaar natuurlijk de naam.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Laetiporus, is een combinatiewoord, waar het Latijnse laetus, zoiets als 'helder' betekent, gekoppeld is aan het Oudgriekse poros (Πόρος) wat 'porie' betekent, maar verder weg in de geschiedenis 'doorgang' betekende. Samen beschrijft het de helderwitte poriën van de zwavelzwam. Het tweede deel, sulphureus, is uiteraard afgeleid van het Latijnse sulfur, wat 'zwavel' betekent.

De geur van de zwavelzwam is wat variabel en kan zurig zijn of neigen naar nootachtig. Het vlees van jonge exemplaren is sappig en de zwam wordt eetbaar geacht indien deze grote hoeveelheden helder of lichtgele vloeistof uitscheidt. Je zou deze paddenstoel nimmer rauw moeten consumeren. Gebakken is hij echter bijna onweerstaanbaar. Oude exemplaren verbleken tot crèmeachtig wit en worden brokkelig van structuur die doet denken aan die van oude kaas.

Het vreemde is dat de meeste mensen de zwavelzwam probleemloos kunnen opeten, maar een enkeling krijgt maag- en darmklachten. Tegenwoordig wordt gedacht dat die die krampen en diarree het gevolg zijn van een misidentificatie. Het gaat dan niet om de gewone zwavelzwam, maar om zeer sterk op die paddenstoel gelijkende soorten als de Laetiporus huroniensis en de Laetiporus gilbertsonii. Deze tweede soorten zijn recent genetisch 'gedecodeerd' en pas toen bleek dat het geen gewone zwavelzwammen waren. Gelukkig komen ze alleen in Noord-Amerika voor en kan in Nederland iedereen zonder enig risico genieten van de gebakken zwavelzwam.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten