De tweekleurige
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Laccaria, is afgeleid van het Middeleeuwse Latijnse woord lacca, dat via een aantal omwegen is geleend uit het Sanskriet, waar laksa, waar 'rode kleurstof' betekent. Wij herkennen daarin nog steeds het Nederlandse woord 'lak' ('verf'). Het tweede deel, bicolor, is afkomstig uit het Latijn en betekent uiteraard 'tweekleurig'.
De tweekleurige fopzwam is gewoonlijk aan te treffen onder naaldbomen, maar ook onder loofbomen komt hij soms voor. Hij leeft in een symbiose met de wortels van naaldbomen. De soort is in het Waddengebied van augustus tot oktober algemeen aan te treffen.
Deze paddenstoel heeft een aparte manier gevonden om aan extra stikstof te komen: hij is carnivoor geworden. Die stikstof is afkomstig van de vertering van springstaarten (Folsomia candida), minuscule bodeminsecten. De springstaarten worden vermoedelijk bewelmd door een gifstof uit de schimmeldraden, waarna deze het lichaam van het diertje binnengroeien en de voedingsstoffen die bij de vertering vrijkomen opnemen[1].
De geur van deze paddenstoel is zwak. De tweekleurige fopzwam is eetbaar. Kenners melden dat hij zelfs perfect smaakt indien men hem frituurt. Ook in een paddenstoelsoep is hij niet te versmaden. De vezelige stelen dienen echter in de prullenbak te belanden en dan blijft er niet veel paddenstoel over om van te genieten.
[1] Klironomos, Hart: Food-web dynamics. Animal nitrogen swap for plant carbon in Nature - 2001
Geen opmerkingen:
Een reactie posten