Heksenboter

Heksenboter (Fuligo septica) is een slijmzwam die bestaat uit een vaak citroengeel plasmodium dat zich zelfstandig als een slak kan verplaatsen en daarbij vaak een glanzend slijmspoor achterlaat. Een zwam die zich verplaatst, zo zal de lezer dezes verrast opmerken. Jawel. Het is namelijk een geduchte jager die zich voedt met schimmels en eencelligen.
[Heksenboter. Foto: Siga]

Hoewel ze slijmzwammen genoemd worden, zijn het zelfs geen zwammen, of schimmels. Het is een myxomyceet. Heksenboter is eigenlijk een kolonie van eencellige organismen, dat zich als een enkel organisme gedraagt. Heksenboter komt eigenlijk wereldwijd voor en is dus ook op de meeste Waddeneilanden wel te vinden. Je kunt hem meestal aantreffen op hakselhout of dorre, afgevallen takken. Sporen worden via de wind verspreid. Heksenboter is oneetbaar, al hebben mensen dat ooit natuurlijk wel geprobeerd. Het gevolg was een aanval van astma of allergische neusverkoudheid.

Na een regenbui of bij vochtig weer gaat de heksenboter op jacht naar prooien. Omdat hij uit piepkleine eencellige organismen bestaat kan hij door de kleinste openingen heen 'kruipen'.

Die heldergele kleur doet denken aan die van gal. Het hoeft dan ook geen verbazing te wekken dat deze soort in Engelstalige landen bekend staat als de dog vomit slime mold ('hondenbraakselslijmschimmel') or scrambled egg slime ('roereislijm'). Toch kan, net als gal, de kleur van de heksenboter variëren van wit tot grijsgeel.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Fuligo, kunnen we herleiden tot het Latijnse fūmus, dat zoiets als 'stoom' of 'rook' betekent. Het probeert de vluchtigheid van het geslacht te beschrijven. Het tweede deel, septica, is ook Latijns, waar sēpticus 'rottend' betekent.

De wetenschap bekijkt heksenboter met enige interesse. Van slijmzwammen is bekend dat ze een hoge tolerantie hebben tegen zware metalen. Hij kan zoveel zink opnemen dat wetenschappers in eerste instantie niet konden begrijpen dat een organisme in leven kan blijven bij dergelijke hoge concentraties. Men heeft dus onderzocht hoe dit mogelijk was en het blijkt dat de heksenboter een geel pigment aanmaakt dat men de naam fuligorubine A heeft gegeven. Dat pigment is in staat om zware metalen tot inactieve vormen om te zetten.

Ook zitten andere wetenschappers te bedenken hoe ze aftreksels van dit organisme kunnen inzetten als antibioticum, want dat blijkt actief te werken tegen bacteriën als Bacillus subtilis en Candida albicans.

In Scandinavië worden nog steeds volksverhalen verteld over heksenboter: daarin wordt gezegd dat deze soort het braaksel van trollenkatten moet zijn. Dat die beesten niet bestaan was onbelangrijk. In Finland werd gedacht dat heksen de heksenboter in de melk van hun buren stopten om deze te laten bederven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten