Fraaie spinnendoder

Voor wie niet van spinnen houdt, is er goed nieuws: de fraaie spinnendoder (Gibellula pulchra). Deze moordenaar is een schimmel die leeft als parasiet op (en in) spinnen. Biologen noemen zo'n levenswijze biotroof. De fraaie spinnendoder heeft een bijna wereldwijde verspreiding, al zal hij door zijn piepkleine omvang maar weinig waargenomen worden.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Gibellula, eert de Italiaanse botanicus en kenner van korstmossen Giuseppe Gibelli (1831-1898). Hij wordt herinnerd vanwege zijn ooit baanbrekende onderzoek naar de symbiotische associatie tussen schimmels en plantenwortels. Het tweede deel, pulchra, is Latijn en betekent 'mooi' of 'fraai'.

De fraaie spinnendoder leeft ongemerkt onder stenen, schors, bladeren, op rottende boomstammen of binnen hoopjes van plantaardig materiaal op de bosbodem. Niemand die in deze onopvallende schimmel een woeste moordenaar zal zien.

Maar de daden van de fraaie spinnendoder worden een stuk opvallender nadat ze is spin heeft aangevallen. Ze omhullen hun gastheer en groeien in en om het kadaver van de spin. Pas zodra spinnen sterven aan de pathogene schimmel, zal de fraaie spinnendoder vruchtlichamen produceren.

Om zich aan een spin te kunnen hechten zendt de fraaie spinnendoder op goed geluk een grote hoeveelheid sporen uit. Wanneer een spin in contact komt met zo'n spore zal deze ontkiemen en langzamerhand het slachtoffer omhullen. De fraaie spinnendoder dringt de spin binnen met een gele laag mycelium. Dit mycelium verteert de spin van binnenuit. Wanneer de spin is overleden, beginnen stijve, zogenaamde, lavendelclava's uit het spinnenkadaver omhoog te schieten.

De fraaie spinnendoder verteert de exoskeletten van zijn slachtoffers niet, waardoor de oorspronkelijke vorm van de spin nog steeds vaag te herkennen zal zijn. Niet lang nadat de spin gestorven is, vervagen de kleuren van het mycelium en de clava van fletsgeel tot een crèmekleurige of onbestemde kleur.

Er zijn geen berichten over de omstandigheid dat de fraaie spinnendoder eetbaar is. Hij is daarvoor simpelweg te klein en het idee dat hij zelf spinnen op het menu heeft staan is ook niet echt iets om je te laten watertanden.

Voor de volledigheid [1]: In Nederland leeft ook nog de geelwitte spinnendoder (Gibellula leiopus), maar die is nóg minder vaak waargenomen.
Voor de volledigheid [2]: Al eerder hebben we het hier op deze plaats gehad over de rupsendoder (Cordyceps militaris).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten