Vogelveerzwam

De Vogelveerzwam (Onygena corvina) is een kleine zwam die saprotroof leeft op oude braakballen, vogellijken en veren, en soms zelfs op achteloos in de natuur achtergelaten stukken textiel of wol. Deze soort komt solitair voor, maar kan ook in behoorlijke grote groepen voorkomen.
[Image: Volker Fäßler]

De vogelveerzwam gebruikt keratine als voedselbron. Die keratine is een taai, onoplosbaar eiwit dat voorkomt in onder andere de epidermis (buitenlaag) van de huid bij mens en vele dieren. Omdat het een taaie structuur heeft, laten veel vleeseters dat ongemoeid. Deze paddenstoel fungeert dus als een soort laatste stap om restanten terug in de natuur te brengen.

Het vruchtlichaam van de vogelveerzwam hebben een bolvormige, ietwat afgeplatte kop die witachtig tot crème van kleur is. Later verkleurt deze tot bruinachtig. De witte tot bruinachtige cilindrische steel is drie tot zes centimeter lang bij een doorsnede van twee millimeter. Het perineum – de buitenste schil- van de kop breekt wanneer het vruchtlichaam volwassen is, waardoor de piepkleine bruine en poederachtige sporen binnenin zichtbaar worden. Die sporen lichtbruin en hebben een afmeting van 10 bij 5 µm, al is dat zo klein dat ze nauwelijks zichtbaar zijn. Ze bevatten een of twee oliedruppeltjes. De asci (sporendragende cellen) zijn 15 bij 10 µm, bijna bolvormig.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Onygena, is een combinatiewoord uit het Oud-Grieks: ónux (ὄνυξ) betekent 'klauw' of 'nagel', terwijl geneá (γενεά) 'afstammen' betekent. Samen is dat dus zoiets als 'afstammend van klauwen of nagels'. Beide bevatten veel keratine. Het tweede deel, corvina, is Latijns en is een vervoeging van Corvus, het geslacht waartoe kraaien, roeken, en kauwen behoren.

De vogelveerzwam heeft nog een broertje, de hoefzwam (Onygena equina), die zich heeft gespecialiseerd op de hoeven en hoornen van dode schapen, koeien en paarden. Ook hoeven en hoornen zitten boordevol keratine.

Het hoeft geen betoog dat zowel de vogelveerzwam en de hoefzwam niet eetbaar is. Ze zijn simpelweg te klein.

De vogelveerzwam is lange tijd relatief zeldzaam geweest, maar de laatste tijd lijkt de soort aan een opmars bezig. Wetenschappers geloven dat dit te maken kan hebben met de huidige uitbraak van vogelgriep.

De grootste kolonie Grote sterns op Texel van ongeveer 3,300 broedparen werd bijna volledig weggevaagd door de vogelgriep. Ook onder ganzen, eenden, meeuwen en andere soorten houdt het virus huis. Al die zieke vogels strijken neer om te sterven als ze de kracht niet meer hebben om verder te vliegen. Je vindt in de duinen van de Waddeneilanden nog steeds dode zeevogels.

De vogelkadavers worden eerst door insecten, maar ook door roofvogels en meeuwen ontdaan van de meeste vleesresten. Gevolg is dat zij op hun beurt een grote kans lopen om besmet te raken, waardoor er nog meer slachtoffers vallen. Als de veren en het skelet na verloop van tijd schoon overblijven, is het restant voor de vogelveerzwam. Die helpt dus mee als een laatste opruimer van de vogelkadavers.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten